Op de terugweg van een nachtelijke ontmoeting worden Heer Narihira en zijn entourage tegemoet gereden door een ossenkar. Maar er is geen os voor de kar gespannen.

Een wellustige heer vraagt Seimei om hulp wanneer een demon hem de kans biedt een vrouw van ongeëvenaarde schoonheid te omarmen.

Een bediende op leeftijd vraagt Seimei om hulp en vertelt dat ze door een gevleugelde muis is gestuurd. De kleine Kujo en vrouwe Fujiko zijn zich heel vreemd gaan gedragen.

De wraaklustige geest van een overleden dichter met de naam Tadami spookt rond in de omgeving. Hij was over het algemeen goedaardig. Tot nu.

Seimei en Hiromasa spreken Tadami's vader en ontdekken dat Tadami jaren voor zijn overlijden een ontmoeting had met een demon.

Heer Tachibana vraagt Ashiya Doman om advies om zijn dochter te genezen van haar liefde voor insecten. Maar Seimei is sceptisch over haar oplossing.

Hiromasa heeft een mandje paddenstoelen waarvan hij samen met Seimei wil genieten, maar Seimei is volledig verdiept in het identificeren van een aantal dode groene insecten.

Terwijl Hiromasa op Seimei past, ziet hij visioenen van de jeugd van zijn goede vriend, en van de kwellingen die hij onderging doordat hij anders en begaafd was.

Tot ieders ergernis heeft Seimei in zijn zoektocht naar de demon die hem aanviel nachtelijke bezoekjes afgelegd aan leden van het keizerlijke hof.

Atsumi ondergaat een drastische en onthullende verandering. Seimei heeft moeite om de recente gebeurtenissen te accepteren en Yasunori brengt hem een object dat hem hoop geeft.

Seimei begint met hulp van Ashiya Doman aan de ceremonie van Heer Taizan. De bekende klanken van een fluit weerklinken.

Atsumi wordt verteerd door duistere krachten en hij heeft flashbacks van zijn lange, blijvende vriendschap met Hiromasa.