In 1972 wordt de ambitieuze Finse diplomaat Tapani Brotherus samen met zijn vrouw Lysa naar de nieuwe Finse ambassade in Santiago, Chili gestuurd.

Tapani's rechterhand Ilkka Jaamala komt erachter dat Tapani asielzoekers verbergt tegen de strenge regels van de overheid in.

Tapani Brotherus en Harald Edelstam helpen mensen om te ontsnappen aan de politie. Ze beschermen ze met hun diplomatieke paspoorten.

Aangezien Tapani's en Lysa's huis gevuld is met hongerige en onrustige vluchtelingen, geeft Lysa een ultimatum aan Tapani: hij moet een nieuwe oplossing voor de crisis vinden.

Oscar, een revolutionaire ex-lijfwacht van Salvador Allende, komt erachter dat de Oost-Duitsers zich hun leider verbergen, de socialistische leider Carlos Altamirano.

Seija is er zeker van dat Rodrigo zal worden bevrijd, omdat zijn advocaat nieuw bewijs aanlevert ter ondersteuning van zijn onschuld.