9 februari 1983 ontdekt hoofdinspecteur Peter Jay een afvoer die verstopt is geraakt met rottend vlees en botten. De dader, Dennis Nilsen, geeft zonder meer toe dat het niet om één of twee lichamen gaat, maar om "vijftien of zestien, denk ik."

Met beprekte middelen graven Jay en zijn collega's verder in de herinneringen van Nilsen om hem zo voor elke moord veroordeeld te krijgen. Maar dan wil hij opeens niet meer meewerken en houdt op met vertellen. Jay vreest dat er zo geen volledige gerechtigheid zal zijn.

Nog van slag door Des' intrekking van zijn schuldbekentenis, proberen Jay en zijn collega's nu voorbedachte rade te bewijzen. Als zij in de rechtszaal kunnen aantonen dat hij volledig bij zinnen was toen hij zijn misdaden pleegde, zal hij voorgoed achter de tralies gaan.