Als zijn eerste vriendin sterft, is Henning net 15 jaar oud. Om in alle rust te kunnen rouwen, besluit hij om nog eenmaal naar zijn grootvader te reizen. Zijn opa woont aan de rand van een gebied waar bruinkool wordt gewonnen. Daar wordt Henning getuige van verval en vernieling. De graafmachines om het bruinkool mee te winnen, eten zich onverstoorbaar een weg door het landschap en vernietigen zo ook het dorp waar zijn grootvader woont. Hennings grootvader weigert echter om naar een verpleeghuis te verhuizen. Henning zwerft door het mijngebied en ontmoet er allerlei andere mensen. De lokale disco van het dorp van zijn grootvader staat ook op de rand van sluiting. Henning besluit om een symbolische boom te planten en er wordt nog één keer een disco gehouden.